Verschillende tarotkaarten vormen samen het sprookje van de man met de blauwe baard en de onschuldige/ongehoorzame vrouw die toch op ontdekkingstocht uitgaat.
Uitwerking
Met behulp van tarotkaarten zoeken we naar het mannelijke en vrouwelijke aspect, verenigd in één persoon. Alle personen: man, meisje, Blauwbaard, zijn aspecten van de zoekende ziel.
 |
 |
 |
De Keizer
In een bos, diep verstopt in de ziel, woont een man met drie zonen en een dochter. De ziel presenteert zich hier als super ego, heeft zelfs ‘ zonen’ en slechts een klein vrouwelijk aspect, de ene dochter. Blauwbaard komt als koning in een gouden wagen de hand van de dochter vragen.
Alle personen: man, meisje, Blauwbaard, zijn aspecten van de ene ziel, op zoek naar heelheid. |
De Dwaas
De jonge ziel, het meisje, is nog naïef en onschuldig.
Haar innerlijke stem (het hondje) waarschuwt haar voor deze man met de afschrikwekkende baard. Het mannelijke aspect in haar zelf (Blauwbaard) is trots en overheersend, op zoek naar het vrouwelijke aspect. |
De Zegewagen
Blauwbaard presenteert zich als overwinnaar.
De kleur blauw (de baard) is hier niet de kleur van trouw en geloof, maar symbool van mysterie en ondoorgrondelijkheid. |
De man gaat op reis. Het sterke mannelijke aspect verwijdert zich van de zachte vrouwelijke kant die nog niet (h)erkend wordt. Nu krijgt de naïeve ziel de mogelijkheid allerlei gebieden te verkennen door de sleutels te gebruiken die toegang geven tot de rijkdom van het mannelijke ego.
In de verboden kamer ligt de mogelijkheid tot groei, door ervaring en kennis op te doen. Met het gouden sleuteltje wordt de deur geopend. Goud is de kleur van de zon- een mannelijk aspect – en van stralend inzicht. Dat er dan ‘lijken in de kast’ te zien zijn, is een bekende beeldspraak.
Het sleuteltje valt op de grond en is met bloed besmeurd. Bloed wordt vanouds gezien als het belangrijkste levenselement. Een wezenlijk levenselement poets je niet zomaar weg, zoals het meisje ervaart.
 |
 |
 |
Zwaarden 4
De jonge ziel smeekt om tijd voor een gebed. Zij vlucht de toren in, een symbool voor haar veilig opgebouwde wereld.
Daar roept zij haar broers, haar diep verstopte hulpbronnen, die ‘ diep in het bos koele wijn drinken’. De jongste broer hoort haar roep om hulp. De jongste is de naïeveling die het dichtst bij de eigen natuur staat.
Drie keer roept de ziel de hulpbron aan. Drie keer leidt de ziel het dwingende ego af door te zeggen dat ze tijd nodig heeft voor een gebed. Het gebed is een roep om hulp bij de transformatie. |
Staven 6
De broers ‘ bonzen op de deur’, de innerlijke roep om verandering wordt sterk gehoord. De broers steken Blauwbaard, het overheersende ego, neer.
De weg is nu vrij voor de herboren ziel, voor een zuiver leven met intuïtie en gevoel. Het meisje ‘gaat naar huis’, vindt haar plaats door herwonnen evenwicht en ‘verdeelt de erfenis’. Zo blijven de positieve elementen van het mannelijk principe bewaard. |
De Hogepriester
De mannelijke en vrouwelijke aspecten in de ziel zijn in evenwicht
Het leerproces is voltooid. |
Achtergrondafbeelding: Blauwbaard door Gustave Doré
Bewaren
Bewaren
Bewaren
Bewaren
Bewaren